dinsdag 30 oktober 2012

Onvoorwaardelijk Zijn!

Vol overgave doe ik wat mij te doen staat.
Ik laat mijn gehechtheid aan de uitkomst los.

Een mooie spreuk, een prachtige overweging. En het vat heel goed samen waar ik al tijden mee aan het worstelen ben. Ik denk dat wij allemaal hier mee stoeien, worstelen, strijden. Vol goede moed, vaak in volledige overgave storten wij ons in een avontuur. Maar doen wij dat zonder ons druk te maken over een bepaalde uitkomst? Onvoorwaardelijk de 'strijd' aangaan, zonder vooruitzicht op een bepaald gewin? Mijn gevoel en mijn ervaring zeggen van niet.
Bij de Ander kan ik slechts invullen hoe dat werkt, niet met enige zekerheid verklaren dat er (bijna) altijd een gehechtheid aanwezig is. Hoewel ik tijdens observaties keer op keer bevestigd werd. De invulling bleek vaak waar te zijn, hoewel de persoon zelf absoluut van mening was onvoorwaardelijk te zijn; zonder gehechtheid aan een bepaalde uitkomst te hebben.
Dus niet invullen voor de Ander, maar observatie van Mij. Hoe graag ik ook zou willen, hoe goed ik ook mijn best heb gedaan, hoe ik ook met volle overgave mij gestort heb op uiteenlopende zaken: er was altijd gehechtheid aan de uitkomst. Een goede voetballer worden; een Groene Baret worden; een goede Proces Technician worden; een goede masseur en een goede therapeut zijn. En dan heb ik het nog niet over een liefhebbende echtgenoot of een fantastische vader te zijn. 
Veel inzet, vaak vol overgave, zeker in het begin van een nieuw avontuur. Als er geen enkele gehechtheid is aan de uitkomst, dan zal dag in dag uit de inzet, de overgave gelijk zijn. Steeds in het moment. Niet: gisteren was het beter. Of: morgen wordt het beter. Nee: het is nu goed zoals het is. Maar keer op keer kom ik er achter dat dit niet eenvoudig is. Helemaal niet eenvoudig.
En dus spiegelen wij ons aan de Ander en zien daar de gebreken. De gebreken die wij bij ons zelf niet kunnen, willen of durven te zien. Die ik niet bij mij wil zien. En is het gemakkelijk om ruzie te maken. Te zeuren, verwijten te maken. En daarna te vluchten in dwangmatig gedrag.
Ook dat doet ieder van ons die nog steeds gehecht is aan bepaalde uitkomsten in het leven. Dwangmatig gedrag. Drinken, eten, drugs, gokken, seks. Werken, poetsen, huishouding. Fixatie en controle, want dan is de kans het grootst dat de gewenste uitkomst werkelijkheid wordt.
En ondertussen er zelf van overtuigd zijn dat er de liefde voor partner, kinderen, ouders en vrienden onvoorwaardelijk is. Nee ook van hen, juist van hen verwachten wij bepaalde uitkomsten. Die NOOIT uitkomen. En dan ontstaat wrijving, pijn, verwijten, ruzie, scheiding. Scheiding van vrienden, kinderen die niet meer thuiskomen, partners die uit elkaar gaan.
Op mijn voettocht naar het Einde van de Wereld werd ik hier keer op keer mee geconfronteerd. In die eerste heftige week was ik zeer gehecht aan het kilometers maken. Met als gevolg dat mijn lichaam in staking ging. Wondroos aan mijn voeten en tanden die ineens uitvielen. De boodschap was duidelijk; de les nog altijd niet geleerd.
De confrontaties kwamen ook tijdens het vervolg van de Camino weer boven. Strijd met de Weg, strijd met mij zelf. Ruzie met materiaal of met de afstand. Steeds was er een bepaald plan voor de volgende dag, de volgende etappe. En steeds verliep de tocht anders dan gepland. Pas toen ik, al bijna op het einde van de reis, mijn gehechtheid losliet, verliep alles volgens Plan. Het was goed zoals het was. Tijd, afstand of andere resultaten waren niet meer belangrijk. Het was!
Terug in de wereld kwam de confrontatie met gehechtheid keihard terug. Oude en nieuwe verwachtingen, die allen hun eigen spanningen veroorzaken. Spanning en strijd blijven terugkeren. De ontspanning die ik in mijn hele systeem mocht ervaren tijdens de Camino verdwijnt meer en meer naar de achtergrond. Spanningen keren terug, nieuwe spanningen komen er bij.
Hoe dit tij te keren? Het lijkt zo gemakkelijk: laat alle gehechtheid maar los. Maar ik wil graag bepaalde uitkomsten als ik eerlijk ben. Ik wil graag dat die ene vriend zich meer volgens mijn normen gedraagt; ik wil contact houden met zielsverwanten; ik verwacht dat mijn kinderen succes hebben. Ik wil graag dat mensen mij aardig vinden; niet onzeker zijn; geprezen worden. Gehechtheid in ieder aspect van wie ik ben.
En het is slechts deze eerlijkheid, vooral naar mij zelf die verandering kan brengen. Ik kan slechts gehechtheid loslaten als ik erken dat ik nog gehecht ben. Dat er verwachtingen zijn en voorwaarden. Hier komt een andere mooie spreuk om de hoek kijken: 'Duisternis verdwijnt niet door het te bestrijden, maar door er licht in te brengen.' Erkennen dat er gehechtheid is, dat er voorwaarden bestaan, zorgt voor licht in deze duisternis. Pas als er licht gaat schijnen, kan gehechtheid opgelost worden. 
Dan pas kan ik werkelijk onvoorwaardelijk Zijn!



maandag 8 oktober 2012

De lijkwade van Turijn; het DNA van Jezus? 

History Channel zond een interessante documentaire uit over een bijzonder integrerend onderwerp: de lijkwade van Turijn. Eeuwenlang werd van dit doek beweerd dat het de lijkwade van Jezus Christus was geweest. Het doek waarin het lichaam na de kruisiging en het overlijden werd gewikkeld. Tot dat in 1978 een, later zeer omstreden, onderzoek aantoonde dat het doek niet meer dan 700 jaar oud zou kunnen zijn.
Via de C-14 koolstofdateringsmethode kan de ouderdom van materialen bepaald worden. Het voert te ver om hier het precieze proces van dit onderzoek te beschrijven, maar een exacte ouderdom wordt nooit genoemd. Er schijnt een marge van een tiental jaren plus of min aangehouden te worden. Nog altijd behoorlijk accuraat.
Vanaf de oudsher werd aangenomen dat dit het lijkkleed van Jezus was geweest. Tegenstanders door de eeuwen heen hebben echter ook altijd proberen aan te tonen dat het een vervalsing zou zijn. Met als ultieme test dus de C-14 datering in 1978. Sindsdien geldt als officiële lezing van de kerk dat het doek het lijden van de Heer tentoonstelt. Zij laat zich niet uit over echtheid, dan wel vervalsing van het linnen.
Dit werd terzijde allemaal genoemd in de documentaire. Waar het de makers dit keer om ging was vanuit het doek een driedimensionaal gezicht van het tweedimensionale stof te reproduceren. Er wordt natuurlijk verwezen naar alle moeilijkheden die de makers/kunstenaars onderweg tegenkomen: vervuiling van het kleed in de vorm van stof, vuil, vocht en bloed. Vervorming die omgetreden was; de ruwheid en structuur van het linnen. Toch komt er uiteindelijk een voor mij acceptabel gezicht te voorschijn. Een gezicht dat de trekken heeft van een man uit het Midden Oosten, een man ook die zwaar geleden heeft.
Terwijl ik zo zat te kijken, in spanning en in afwachting van het gezicht dat te voorschijn zou komen, kwam een gedachte bij mij op. Er zitten naar verluid bloedvlekken op het linnen. Vlekken van het bloed van de man die in deze lijkwade ingewikkeld is geweest. Zou er uit deze bloedvlekken nog bruikbaar DNA te halen zijn?
Na deze gedachte sloeg mijn fantasie op hol. Stel dat dit mogelijk zou zijn. Dan zou men in theorie ongeveer vast kunnen stellen waar het lijk van de persoon vandaan is gekomen. Dan zou dus min of meer in ieder geval aangetoond kunnen worden dat het hier om een persoon zou kunnen gaan die uit de regio afkomstig is. De regio die voor ons interessant is: Palestina.
Nu holde mijn fantasie nog harder. Ik moest namelijk denken aan een boek dat ik gelezen heb dat handelt over de verborgen geschiedenis van Jezus. Het boek heet, hoe toepasselijk: ‘de Jezus dynastie’. Het is geschreven door James Tabor, hoogleraar godsdienstwetenschappen en expert op het gebied van oude manuscripten van het christendom.
In dit boek beweerd vertelt Tabor het verhaal over de ontdekking van een graf met een aantal ossuaria, beenderkisten, in Jeruzalem. Tabor beweerd dat in dit graf de familie van Jezus begraven zou zijn geweest. Op de beenderkisten werden namen gevonden als: Maria, Jozef, nog een Maria, Judas zoon van Jezus, een Matteüs, en de meest in het oog springende naam, Jezus zoon van Jozef. Kan dit toeval zijn?
Uit dit graf schijnt ook nog eens een tiende ossuarium afkomstig te zijn met daarop het opschrift: Jakobus, broer van Jezus. Helaas is dit ossuarium door handelaren, dieven, gescheiden van de rest van de beenderkisten, waardoor herkomst niet meer acceptabel was. Ook wordt door diverse ‘specialisten’ beweerd dat het opschrift vervalst zou zijn.
Nu komt echter datgene wat mijn fantasie pas echt op hol sloeg. In die beenderkisten schijnt DNA-resten gevonden te zijn. Wat nu als de DNA van die resten eens vergeleken zouden kunnen worden met DNA-materiaal van de lijkwade? Zou dat niet een aantal onvoorstelbare onthullingen teweeg kunnen brengen?
Zouden het Vaticaan en Israel aan een dergelijk onderzoek mee willen werken?

vrijdag 21 september 2012

Wereld Alzheimerdag: een eerbetoon aan twee fantastische vrouwen!

Mijn oma van moederskant was dementerend. Dat vond ik als jong mens vaak behoorlijk vervelend. Als ze voor de tiende keer in slechts een half uur het zelfde verhaaltje vertelde of dezelfde vraag stelde. Toch ging ik met liefde iedere week bij haar in het bejaardentehuis op bezoek als ik terugkwam van een week militaire dienst. Ik h
ad de 'plicht van bezoeken' op mij genomen sinds mijn moeder overleden was. Mijn ma bezocht haar bijna dagelijks, dus een keer per week was niet al te veel moeite.
Mijn pleegmoeder werd op late leeftijd ook dement. Echt heel zwaar dementerend. Mijn pleegmoeder was de oudste zus van mijn moeder, oma's oudste dochter. Dat zij, mijn tweede moeder, vergeetachtig werd vond ik moeilijk. Dat zij kinds werd, vond ik verschrikkelijk. Ik kon daar absoluut niet mee omgaan.
Wij leverden dan ook voortdurend strijd. Liever gezegd: ik leverde die strijd, want zij was het al weer vergeten haha. Ik ergerde me, werd kwaad, irriteerde me soms mateloos. Tot het besef kwam waar die woede vandaan kwam: Ik verloor voor de tweede keer mijn moeder. Het kind in mij kon dat niet verwerken.
Toen ik mij dit realiseerde was de woede over, de irritatie verdwenen. Natuurlijk was het nog wel moeilijk, maar ach: het hoorde bij het ziektebeeld. Ik kon er vaker om lachen. En als ze het echt te bont maakte, kon ik ook oprecht boos zijn.
Vlak voor haar overlijden was er nog zo'n moment. In haar leefwereld wilde zij iedere dag terug naar haar geboortehuis in de Gasthuisstraat te Coevorden. Mijn pleegvader deed dat geregeld om maar van het aanhoudende 'zeuren' af te zijn. Maar hij lag in het ziekenhuis en ik wilde er niet aan toe geven. We stonden weer eens heerlijk ouderwets eigenwijs tegenover elkaar. Mijn pleegmoeder was die dag ook al voor de vijfde keer naar ons toe gewandeld en nu was voor mij de maat vol. 'Naar huis en niet meer naar Coevorden!'
Zij wilde perse wel en bedacht van alles om dit toch voor elkaar te krijgen. Haar moeder maakte zich zorgen, haar vader ongerust. Ze moest om die tijd thuis zijn, en en en. Toen ik op alles pareerde en zei dat ze toch maar naar huis moest, werd ze nukkig. Ik probeerde haar uit haar stoel omhoog te helpen en pakte haar elleboog vast. Prompt viel zij terug in de stoel: Ze kon niet meer lopen. "Dan bel ik nu de dokter', en ik pakte de telefoon. Ze flipte en beet me boos toe dat vooral niet te doen (Ze was als de dood voor artsen en ziekenhuizen). Daarna keek zij me verwijtend aan en zei: "Wat ben jij toch een akelige man! Dan loop ik wel!" Even later stond ze op en liep zonder moeite naar de deur.
Op afstand hebben we haar een stuk laten wandelen en toen met de auto weer opgepikt. De vermoeidheid en haar vergeetachtigheid hadden de woede allang weer verdreven. Nu wilde ze graag weer naar huis, want Wim kon ieder moment thuiskomen.
Slechts enkele weken later overleed zij, mijn lieve, bijzondere, o zo eigenwijze schat van een moeder. Dat is 12 oktober al weer 2 jaar geleden.

Heb jij iemand met Alzheimer in jouw omgeving? Wees lief en geduldig, hoe moeilijk dat soms ook is. Vraag jezelf waar jouw kwaadheid en irritatie vandaan komen.